Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Hollandse Kerk aan de Nevski Prospect in Sint-Petersburg

In Sint-Petersburg is op 26 april in aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur Renée Jones-Bos met een Russisch-Nederlands symposium herdacht dat in 1717 de Nederlandse architecten, handwerkslieden en scheepsbouwers die in dienst van tsaar Peter de Grote de nieuwe hoofd- en havenstad van Rusland bouwden, een eigen hervormde kerk stichtten.

In 1703 liet Peter de Grote zijn nieuwe stad bouwen door bouwmeesters en bouwers uit Europese steden, waaronder veel Nederlandse. Hij vaardigde daarom in 1702 een decreet uit dat deze bouwers de vrijheid gaf hun godsdienst vrij en op hun eigen manier uit te oefenen. Midden 18de eeuw werden de bouwers gevolgd door de linnenkooplieden uit Vriezenveen in Overijssel, die bekend zijn gebleven als de Ruslui, en in de 19de eeuw de kern van de Nederlandse gemeenschap vormden. In Sint-Petersburg zijn belangrijke monumenten als de torens van de kathedraal in de Peter-en-Paulusvesting en de Admiraliteit ontworpen door Nederlandse bouwmeesters.

De Nederlanders beleden hun geloof aanvankelijk samen met alle andere bouwers, maar al spoedig werd er een zelfstandig kerkje opgericht op het terrein van de Nederlands-Noorse admiraal die Peter de Grote had aangesteld om toezicht te houden op zijn scheepswerf. De Nederlanders bouwden in 1834 aan de belangrijkste avenue van de stad, de Nevski Prospekt, recht tegenover het Stroganovpaleis een grote neoclassicistische kerk die werd geopend in aanwezigheid van de latere koning Willem II, die door zijn huwelijk met tsarendochter Anna Paulowna ook de zwager van de tsaren Alexander I en Nicolaas I was.

Peter de Grote had ook grote belangstelling voor de natuurwetenschappen en kocht in de late 17de eeuw de toen beroemde medische collectie van de Amsterdamse arts Frederik Ruysch, die de basis werd van de wereldberoemde Kunstkamera in Sint-Petersburg, het eerste openbare museum ter wereld. De Hollandse kerk was ruim tweehonderd jaar het kerkelijke maar ook het sociale middelpunt van de Nederlandse gemeenschap in Sint-Petersburg, die nooit groot was, maar wel zakelijk succesvol en sociaal belangrijk voor de stad. De kerkgemeente heeft bestaan tot 1927. In 1918 en 1919 heeft de laatste predikant van die kerk de Nederlandse gezant vervangen, die niet in Sint-Petersburg kon blijven omdat Nederland de Sovjet-Unie niet erkende.

De Hollandse Kerk heeft een rijk archief achtergelaten. Van dat archief is een gedrukte bronnenpublicatie gemaakt, die in 2018 door het Huygens Instituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen is gedigitaliseerd. De presentatie van die belangrijke historische bron was onderdeel van het symposium. Dat was ook de presentatie van de Russische vertaling van het boek Twee Eeuwen Nederlanders in Sint Petersburg De Hollandse Kerk als sociaal en religieus middelpunt, waarin historici in 2013 de geschiedenis van de Hollandse Kerk en een aantal prominenten uit die kerk en hun rol in Petersburg hebben beschreven.

Het symposium dat op 26 april plaatsvond in de Hollandse Kerk was georganiseerd op initiatief van het consulaat-generaal van Nederland in Sint-Petersburg, in samenwerking met de Stichting Vrienden van Sint Petersburg. In het gebouw aan de Nevski Prospekt is nu een deel van de stadsbibliotheek van de stad gevestigd. De herdenking in de kerkzaal, die recent door de stad Sint-Petersburg schitterend is gerestaureerd, werd afgesloten met een kerkdienst in de sfeer waarin dat ook in de 19de eeuw gebeurde. De voorganger was ds. Theo van Staalduine, een van de samenstellers van de bronnenpublicatie en een van de auteurs en redacteuren van het vertaalde boek.

Ambassadeur Renée Bos-Jones opent het symposium in de kerkzaal