Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Petra Couvee, docente aan het NIP
Petra Couvee
Petra Couvee. Foto: NIP

Petra Couvee, maart 2013: 

Sinds september 2012 ben ik als lector Nederlands verbonden aan de vakgroep Scandinavische talen en Nederlands van de staatsuniversiteit in Sint-Petersburg. Daarnaast geef ik Nederlands aan het NIP, aan een groep enthousiastelingen, veelal met Nederland verbonden via zaken of liefde. Beide doe ik met groot plezier.

 

 

 

Afgezien van lesgeven, zit er nog een praktische kant aan mijn Russische verblijven. Sinds 2010 werk ik met Peter Finn, journalist van de Washington Post, aan een boek over de publicatiegeschiedenis van Dokter Zjivago, de roman van Boris Pasternak. Ons boek verschijnt medio 2014 in New York bij Pantheon, de uitgeverij die ooit de eerste Amerikaanse Dokter Zjivago uitbracht. Een thuiswedstrijd dus. Ons boek concentreert zich op de jaren na de oorlog toen Pasternak aan zijn roman begon te werken tot aan zijn dood in 1960. Hij schreef er tien jaar aan, maar was vaak genoodzaakt het schrijven te staken door ziekte en vertaalwerk.

Dokter Zjivago ontstond dus broksgewijs, in hoofdstukken waar soms maanden tussen zaten. Om de draad vast te houden en een idee te krijgen of hij op het goede spoor zat, testte Pasternak zijn werk graag. Avondjes werden georganiseerd waar een select publiek voor de gelegenheid was opgetrommeld om commentaar te geven. Er bestaan prachtige, gedetailleerde verslagen van die voorleesavonden.

Op 6 februari 1947 las Pasternak in de smoorhete flat van de pianiste Maria Yudina. De kamer rook nog naar kerosine van de desinfectiebeurt de dag ervoor. Helemaal afdoende was het niet geweest, want een enkele kakkerlak rende nog vrolijk over de muur. Het zat volgepakt met gasten, Pasternak stond in het midden, enigszins ongemakkelijk en las met het zweet op zijn voorhoofd de eerste drie hoofdstukken en een aantal gedichten.  In de pauze was er zwarte thee, broodjes en wijn. Buiten woedde de sneeuwstorm, binnen in het publiek zijn kersverse liefde Olga Ivinskaya. De voordracht was een groot succes, de gasten waren vol lof, vroegen naar het vervolg, de rol van de gedichten in de roman, op wie de personages waren geënt, en deden de schrijver suggesties aan de hand. Crowd sourcing in de dop,  een heel minuscule, exclusieve crowd. 

De geschiedenis van de roman is een echt Koude-oorlog-verhaal

De geschiedenis van de roman is ook een echt Koude-oorlog-verhaal, met daarin een specifieke rol weggelegd voor de Westerse inlichtingsdiensten, waaronder onze eigen BVD. Die zorgde ervoor dat de eerste Russische editie van de roman in de zomer van 1958 gedrukt werd in Den Haag, bij de firma Mouton & Co, op verzoek en kosten van de CIA. Allemaal in het geheim en illegaal bovendien, want de Italiaanse uitgever die alle rechten op de roman in het Westen had, werd pas achteraf op de hoogte gesteld. De distributie vond in de weken daarna plaats op de wereldtenttoonstelling in Brussel vanuit het paviljoen van de Heilige Stoel. De sovjettoeristen die het paviljoen bezochten werden gratis voorzien van allerhande verboden spirituele literatuur, waaronder Dokter Zjivago, met als doel die de Sovjet Unie binnen te smokkelen. En zo kwam de Dokter via een achterdeurtje clandestien het land weer in.

Een doorn in het oog van het Kremlin, dat de publicatie van de roman eindeloos getraineerd en het jaar ervoor verboden had.  De Nobelprijs die Pasternak in het najaar van 1958 werd toegekend,veroorzaakte een van de grootste culturele schandalen van de twintigste eeuw. Pasternak werd gedwongen van de prijs af te zien, werd ‘veracht, verguisd en gemeden’, uit de schrijversbond gezet, maar overleefde de storm. 

In 2010 ontdekte ik op de afdeling voor buitenlandse edities, de voormalige Spetschran, van de Moskouse Staatsbibliotheek een Haagse Dokter Zjivago. Onderschept door de douane was hij daar in 1959 beland en had er voorzien van twee zeshoekige paarse stempels onder strikt KGB embargo tot 1988 liggen verstoffen. Over de gebeurtenissen in Nederland en België gingen mijn eerste artikelen, die eind jaren negentig In het Amsterdamse blad De Parelduiker verschenen. Maar het onderzoek spreidde zich langzaam uit over andere landen in West Europa, de Verenigde Staten en Rusland. In Rusland zijn het behalve archiefdocumenten en interviews met hoogbejaarde getuigen van de gebeurtenissen, vooral de memoires, brieven en dagboeken die in een gestage stroom in de jaren na de ontspanning van de censuur zijn uitgekomen. Na de colleges ren ik naar de bieb en ploeg ze systematisch door, in veelal oververhitte zaaltjes of steenkoude kolossale hallen.

Het is onze bedoeling de geschiedenis van de roman in een vloeiende, pakkende vertelling te brengen. Dat is niet altijd eenvoudig.  We zoeken scène-materiaal en dialogen, en die zijn niet altijd voorhanden. Daarbij speelt het verhaal zich in verschillende landen af en is Pasternak, het centrale karakter, niet altijd ten tonele. Ook is de schat aan verhaallijnen, sappige details, kleurrijke personages en intriges zo overstelpend dat het moeilijk kiezen is. Dat vraagt om terughoudendheid en een zorgvuldige selectie. Vaak met pijn in het hart.

Zo is er dat bizarre verhaal over een door de KGB ontvoerde Belgisch- Russische priester. Hij was een van de priesters die Dokter Zjivago in het Vaticaanpaviljoen aan sovjettoeristen had uitgedeeld.  In de zomer van 1962 vertrok hij met een pak religieuze literatuur naar een jeugdfestival in Helsinki met als doel die mee te geven aan de sovjetjeugd… De priester heette Jean Kornievsky, was tijdens de Tweede Wereldoorlog uit het Rode Leger overgelopen naar het Westen, in de Belgische mijnen beland, bekeerd tot het rooms-katholicisme, in Rome opgeleid,   en ging in Brussel als priester aan het werk bij de Foyer Oriental Chrétien die over de jaren meer dan twee miljoen religieuze boeken de USSR binnensmokkelde. Die zomer verdwijnt hij op een goede dag spoorloos uit het jeugdkamp. Hij zou in bedwelmde toestand door KGB-agenten op een vliegtuig richting Leningrad zijn gezet. De Westerse pers spreekt er schande van, koningin Elisabeth van België wordt verzocht te bemiddelen in de kwestie. Na enige tijd komt er een bericht vanachter het ijzeren gordijn. Kornievsky is boven water, terug naar Zaporozje waar hij verenigd is met zijn gezin. Niet gedeporteerd en in een kamp beland, maar regelrecht terug naar moeder de vrouw: de priester had heimwee gekregen.

Petra Couvée is een slaviste uit Leiden. In 1999 wist ze aan te tonen dat BVD en CIA betrokken waren bij de eerste Russische editie van ‘Dokter Zjivago’ in 1958. Momenteel werkt ze samen met Peter Finn aan een publicatiegeschiede­nis van deze roman.