Smolny. Vroeg in de morgen liggen er mannen te slapen op de banken langs de vijver, ze snurken en steunen op elkaar. Enkele lege flessen liggen naast hen op de latten. De bladeren steunen op de bomen als door handen gedragen, soms nog groen, vaker geel, rood, goud tot dor oker en bruin. Kinderen rennen voorbij achter honden aan. Een oma schreeuwt naar de eenden die ze bekogeld met propjes brood. Een eenzame hardloper klimt behendig op een blauwe containerbrug en sprint tot aan de hoofdbrug, hier wordt hij bijna omver gelopen door de verse stroom forenzen die vanaf metrostation Tsjernitsyevskaya naar hun werk galopperen. Rond een uur of drie is de samenstelling van het park verandert. In de straten tussen het park en het metrostation zijn twee bolwerken te vinden een nieuwe stroom mensen vandaan sijpelt. Uit de Zakharyevskaya straat komen soldaten in opleiding aan, ze gaan naar buiten, voor hun middagpauze. Ze marcheren in burgerpas tezamen in roedels, fluitend naar de meisjes die ze passeren. Soms fokt de één de ander op waardoor de één scheldend achter de ander aan jaagt. Ze gaan lunchen op de eerste de beste banken die ze zien, turen naar en roddelen over de voorbijgangers. Een soldaat mist op een haar de sleep van een lange jurk. Langs diezelfde banken trekt nu een geheel andere stoet, een fotograaf die elke vingerknip en kontkrabbel vastlegt stuwt een vrouw in het wit en een man in het zwart voort. Als satellieten draaien de silhouetten van lachende figuren met bloemen en glazen champagne om hen heen. Ze laten zich vastleggen bij de eenden, voor de grap bij de soldaten, maar het liefst rustiek bij de vijver langs het bladgoud. De man in pak tilt zijn vrouw duizenden malen op. De drummer van een straatbandje begint te rammen op een oude reiskoffer. Nu vertrekken ze. Ik loop met het stel op. Ik moet nog eten kopen, bedenk ik me. Een limousine parkeert voor de trouwzaal en ze stappen in. Ik stap de Universam binnen en ik pak een pak boekweit, wat paprika’s, nog wat uien. Op weg naar de kassa passeer ik het meterslange schap van kristalheldere flessen, die alleen verschillen van label en nauwelijks qua percentage. Ik denk aan de directeur van een afkickkliniek die me tijdens een interview vertelde dat patiënten aan structurele overconsumptie beginnen bij een verhoogd gevoel van stress. Waar is mijn wisselgeld?
Hierboven beschreef ik een dag in de wijk waar ik tijdelijk woonde in de buurt van het NIP. Als stagiair en bursaal liep ik bijna elke dag door het park van mijn huis naar het instituut, te tobben over de kleine dingen om me heen en over mijn onderzoeksonderwerp. Ik verzamelde materiaal voor mijn onderzoek; de behandeling van excessieve alcoholconsumenten in Sint-Petersburg.